woensdag 27 mei 2009

Justitie

De Nederlandse minister van Justitie, Hirsch Ballin, brengt een bezoek aan Marokko van 25 tot en met 28 mei. Vandaag wordt bekend gemaakt dat de twee landen een rechtshulpverdrag willen sluiten. Volgens de Elsevier gaan "Nederland en Marokko samen op boevenjacht". Volgens de Telegraaf wil Hirsch Ballin dat Marokko informatie over ernstige misdragingen van Nederlandse vakantiegangers in Marokko doorgeeft aan de justitie in Nederland. De NRC schrijft eenvoudig: "Verdrag over rechtshulp met Marokko nabij" naar aanleiding van een verslag dat Hirsch Ballin heeft gegeven over zijn vierdaags bezoek. Volgens Nu.nl zijn er afspraken gemaakt waardoor illegale Marokkanen voortaan sneller teruggestuurd kunnen worden, en is gesproken over het aanstellen van een coördinator bij het Marokkaans ministerie van Justitie voor hulp bij zaken rond kinderontvoering.
De Limburger heeft het nieuws dat Marokko niet bij voorbaat afwijzend staat tegenover een Nederlandse voornaam voor Nederlands-Marokkaanse kinderen "Ahmed Jan moet kunnen".

Vandaag komt er ook het nieuws over de spionagezaak van René L. De ex-agent wordt vervolgd voor het schenden van de geheimhoudingsplicht. Dat is iets anders dan spionage, en minder ernstig. Er is kennelijk een deal gesloten met Marokko. Hirsch Ballin zegt daarover: "De ontslagen agent wordt vervolgd, en niet vrijwilligers maar autoriteiten wisselen gegevens uit."
Dus het verhaal is nu dat René L als vrijwilliger heeft gewerkt voor de Marokkaanse geheime dienst en dat hij slechts de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Als het ware een uit de hand gelopen vriendendienst voor de goede zaak. En dat is heel wat anders dan werk als spion in dienst van een vreemde mogendheid. Spionnen werken voor vijandelijke mogendheden en dat is Marokko natuurlijk niet ...

Er is geen woord in de pers verschenen over de politieke gevangenen in Marokko, zoals Chekib el-Khayari en de gevangen gehouden Saharanen.

Ook het lot van de politieke gevangene Yahya Mohamed El Hafed die in hongerstaking is gegaan wordt niet gevolgd door Nederlandse media. Dat is kortzichtig en dom. Volgens de laatste berichten is hij in coma geraakt. Dit is niet alleen slecht voor hem, maar ook voor het vredesproces in de Maghreb. En daarom uiteindelijk ook voor Nederland.

zaterdag 16 mei 2009

Samenwerken met Wilders

De eerste van de Islamitische terreurgroepen in Noord Afrika was de Shabiba al Islamiya uit Marokko. Deze Islamitische jeugdgroep, waarvan de naam ook wordt geschreven als Chebiba islamia, had een anti-Amerikaanse, anti-Zionistische en anti-socialistische ideologie. De groep wordt verantwoordelijk gehouden voor de moord op de socialist Omar Bellejoun in 1975. Dat was Islamitische terreur in Marokko. Verschilde dat veel van de Marokkaanse overheidsterreur? Nee. Ook de Marokkaanse hofhouding was, en is berucht vanwege moorddadig optreden.

Terreur is een middel dat de Marokkaanse regering in Marokko stelselmatig heeft toegepast bij het binnenlands beleid. Het motief daarbij is de veiligheid van staat, en dat is een Islamitische staat onder leiding van een absoluut Islamitisch heerser.

Terreur is ook toegepast bij de inlijving van de Westelijke Sahara. Het binnenvallen van de Westelijke Sahara vond letterlijk plaats onder het banier van de Islam tijdens de Groene Mars. In eerste instantie waren de Spanjaarden het doelwit maar al snel werden dat de Saharanen die overigens in dezelfde God geloven als Marokkanen.

Als terreur wordt gebruikt als middel om de plaatselijke bevolking te intimideren dan kan de dader zich niet verschuilen. Een regering die angst wil opwekken kan niet tegelijkertijd de bevolking de illusie wekken bescherming te bieden. Saharanen weten wie terreur tegen ze uitoefent en waarom. Bij terreuraanslagen in het buitenland ligt dat anders.

De Shabiba al Islamiya heeft zich later opgesplitst in verschillende geheimzinnige organisaties waaronder de GICM (Groupe islamique combattant Marocain) die de aanslagen pleegde in Casablanca en Madrid en ook in Noord-Europa bekend werd.

Na de bomaanslagen in Londen werd ontdekt dat daarbij Marokkanen waren betrokken waaronder Younes Tsouli, de zoon van een Marokkaanse diplomaat.
Zijn er meer aanwijzingen dat de Islam en terrorisme door Marokko worden gebruikt als instrumenten van buitenlands beleid?

Jazeker, zegt de Spaanse hoogleraar Carlos Ruiz Miguel in een betoog waarin hij wijst op een hele reeks aanwijzingen dat de bomaanslagen in Madrid een verband hebben met de voormalige Spaanse Sahara. Toch kwam de Marokkaanse Sultan in Spanje de herdenking van de slachtoffers bijwonen en hij werd daar zelfs toegejuicht.
"In Nederland heeft in 2004, na de moord op filmmaker Theo van Gogh door een Islamiet van Marokkaanse afkomst, Frits Bolkestein, lid van de Europese Commissie geëist dat de Sultan van Marokko het moslim extremisme aan de kaak zou stellen en heel duidelijk moet maken dat Marokko geen exporteur van moordenaars wil worden." "¿Quién es el Bolkestein español?" vraagt de hoogleraar. Wie is de Spaanse Bolkestein?

In Nederland is de vraag: wie is Bolkestein's opvolger? Wie durft hier te eisen dat het Marokkaans beleid voortaan geen spoor van dreiging met terreur meer zal bevatten? Niet tegen Marokkanen, Saharanen, Algerijnen of Europeanen. Er zijn weinig kandidaten. Aan de linkerzijde is er niemand die zich uitspreekt tegen zakendoen met het corrupte Marokkaanse hof. Aan de rechterzijde is het zeker niet Hans van Baalen, want die wil de Sultan maar al te graag de Westelijke Sahara cadeau doen.

Eigelijk is er maar één politicus die Islamitische terreur op zijn agenda heeft en dat is Geert Wilders. En dat is de partij waartegen een cordon sanitaire dreigt te worden ingesteld. Dat is jammer en speelt de Sultan in de kaart. Want deze single-issue partij bestaat bij de gratie van de strijd tegen politieke terreur uit, met name, Marokko. Socialisten, vooral van Marokkaanse afkomst, kunnen op dat punt volledig met Wilders samenwerken. Zodat Wilders samen met de linkerzijde, en de goedwillende liberalen, een actieprogramma kan opstellen waarmee de Marokkaanse politiek gedwongen wordt afstand te nemen van de Islamitische Jeugd-idealen en zich gaat houden aan het internationaal recht. En zich terugtrekt uit de Westelijke Sahara.

maandag 4 mei 2009

vergeten en verzwijgen

Op het Allochtonenweblog wijst Ewoud Butter op de belangrijke plaats van de Islam in de Nederlandse koloniale geschiedenis. Die werd goed duidelijk in 1873 toen het Sultanaat Atjeh zich niet liet verslaan. Dat is in Nederland vrijwel vergeten maar in Atjeh allerminst. De Atjenese strijd tegen het Koninkrijk der Nederlanden kwam niet ten einde met de gevangenneming van de Queen of Jihad in 1901. De strijd is altijd doorgegaan, zelfs tot na de Indonesische onafhankelijkheid. Daarna laaide de strijd weer op tegen Suharto die in Atjenese ogen een marionet was van de oude vijand.
De zeer wrede Nederlandse strijd tegen de Atjenese Islam geniet weinig belangstelling en wordt vergeten. Wat ook wordt vergeten, en ook wordt verzwegen, is de holocaust van 1965-1966. In die periode zijn de linkse Indonesische partijen vernietigd onder leiding van de massamoordenaar Suharto die met Nederlandse steun zeer lang aan de macht is gebleven. Verantwoordelijk voor het bloedbad waren Indonesische Islamitische politieke groepen die samenwerkten met het Indonesische leger. De samenwerking tussen Nederlandse rechts-christelijke politieke groepen met het Islamitisch fascisme dat toen langdurig de macht overnam was innig maar men wil daar niet aan worden herinnerd.

De politieke situatie in Indonesia lijkt op de Marokkaanse. In Indonesia is de massamoord van 1965-66 nog steeds taboe - het is niet vergeten maar de daders hebben nog de macht dus er wordt over gezwegen en discussie wordt gesmoord. Net als in Marokko het verjagen van de Saharanen uit de Westelijke Sahara taboe is en elke discussie wordt gesmoord, tot in de Marokkaanse emigratielanden aan toe. In Nederland wordt binnenkort 40 jaar Marokkaanse immigratiegeschiedenis herdacht en er zal geen ruimte zijn voor het taboe-onderwerp net zomin als op het "nationaal islamcongres". En ook de samenwerking tussen het Islamitisch fascisme in Marokko en rechts-christelijke groepen in Nederland houdt men liever onder het tapijt.

Vandaag is 4 mei, de dag waarop in Nederland nationaal wordt herdacht. In de woorden van het Nationaal Comité: zijn dat "momenten waarop we met elkaar stilstaan bij slachtoffers van oorlogsgeweld en onvrijheid en we ons realiseren hoe kwetsbaar de vrijheid is." Indonesische, Marokkaanse of Saharaanse slachtoffers van Nederlands en Islamitisch fascisme worden niet genoemd. Alweer een jaar waarin een kans is gemist.